Belastingrente

Wil jij weten wat je kunt doen om geen belastingrente te betalen aan de Belastingdienst?

Sinds 2014 berekent de Belastingdienst een aanzienlijk percentage belastingrente over openstaande belastingen. Voor de vennootschapsbelasting betaal je de wettelijke rente voor handelstransacties met een minimum van 8%. De belastingrente van de andere belastingen is gelijkgesteld met de wettelijke rente voor niet-handelstransacties, met een minimum van 4%. Als je rente over belastingen moet betalen kan dit bedrag dus flink oplopen. Het loont om te voorkomen dat je belastingrente moet betalen. Wil jij weten wat je kunt doen om geen belastingrente te betalen aan de Belastingdienst? Lexlupa legt het je uit.

LET OP: tijdelijke regeling belastingrente
Om de gevolgen van het coronavirus te verzachten, heeft de Belastingdienst de belastingrente tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Deze verlaging gaat in per 1 juni 2020. Met ingang van 1 juli 2022 wordt dit verlaagde percentage stapsgewijs teruggebracht naar 4%: Per deze datum wordt het percentage op 1% vastgesteld, op 1 januari 2023 op 2%, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4% op 1 januari 2024.

Hoe bespaar je op belastingrente? 

Het aanvragen of wijzigen van je voorlopige aanslag over het lopende boekjaar kan het betalen van deze hoge belastingrente beperken of voorkomen. Zorg daarom dat je een voorlopige aanslag krijgt en deze laat aansluiten bij je (verwachte) inkomsten. Geef wijzigingen tijdig door. Immers, als je voorlopige aanslag veel lager ligt dan het uiteindelijk te betalen bedrag, betaal je over het laatste deel rente. Bovendien hoef je het bedrag bij het aanvragen of wijzigen van je voorlopige aanslag  niet in één keer te betalen. Het te betalen bedrag wordt tot het einde van het lopende boekjaar in termijnen afgedragen.

Hoe regel je je voorlopige aanslag?

Op de site van de Belastingdienst kun je je voorlopige aanslag wijzigen of aanvragen. Als je de voorlopige aanslag eenmaal  hebt aangevraagd, dan wordt deze aanvraag de jaren daarna automatisch voortgezet. Wil je ondersteuning of advies over je (voorlopige) aanslag? Dan kun je info [at] lexlupa.com (contact met ons) opnemen.

Vanaf welk moment betaal je belastingrente? 

Sinds 2012 wordt de belastingrente berekend als de aanslag na 1 juli van het volgend jaar wordt opgelegd. In het geval van 2019 is dat 1 juli 2020. Als er sprake is van een gebroken boekjaar, dan wordt de belastingrente berekend vanaf de zevende maand nadat het boekjaar is afgelopen.
De periode waarover belastingrente wordt berekend, eindigt als de belastingaanslag invorderbaar wordt. De invorderingstermijn verschilt per soort aanslag. Bij een reguliere (voorlopige) belastingaanslag is dat zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet en bij een navorderingsaanslag is dat vier weken. Na deze termijnen kan de Belastingdienst invorderingsrente berekenen. Voor meer informatie over deze rente klik hier.

Betalen van belastingrente 

Belastingrente betaal je als een voorlopige aanslag, definitieve aanslag of navorderingsaanslag na 1 juli van het daaropvolgende boekjaar wordt opgelegd. Maar alleen als het door toedoen van de belastingplichtige komt dat deze aanslag niet eerder kon worden opgelegd, ben je rente verschuldigd. Als de oorzaak voor de vertraging bij de Belastingdienst ligt hoef je geen rente te betalen.

Voorbeeld
Naar aanleiding van de aangifte inkomstenbelasting 2019 is een definitieve aanslag opgelegd van € 4.000. De aanslag heeft dagtekening 29 juni 2020. Door middel van de voorlopige aanslag heb je in 2019 al € 3.000, betaald. De te betalen definitieve aanslag is dus € 1.000. Toch wordt er geen belastingrente gerekend, omdat de aanslag voor 1 juli 2019 is opgelegd.

Beperking belastingrente

De renteberekeningstermijn kan worden beperkt. Ten eerste is daarvoor vereist dat je met een officieel formulier een verzoek om een aanslag hebt ingediend. Vervolgens moet de aanslag conform die aangifte worden opgelegd. Als de Belastingdienst dat doet, maar er te lang over doet om die aanslag op te leggen, dan wordt de renteberekeningstermijn beperkt.

Wanneer is de termijn te lang? 

Wat te lang is, is afhankelijk van het soort aanslag. De beperkte renteberekeningsperiode bestaat namelijk uit twee termijnen die bij elkaar opgeteld worden: De termijn waarbinnen de Belastingdienst actie moet ondernemen én de termijn waarbinnen uiterlijk dient te worden betaald.
Indien je hebt verzocht om een voorlopige aanslag of navorderingsaanslag op te leggen, dan eindigt de renteberekeningstermijn uiterlijk veertien weken na het indienen van het verzoek, namelijk zes plus acht weken. Bij een navorderingsaanslag is de renteberekeningstermijn twaalf weken, namelijk acht weken plus de uiterlijke betaaltermijn van vier weken. Als je een aangifte indient eindigt de renteberekeningstermijn uiterlijk na negentien weken, namelijk dertien weken plus de zes weken waarbinnen je de aanslag dient te betalen.
Dat betekent dat als je verzoek binnen vier maanden na het boekjaar is ingediend en deze conform de aanslag is, er nooit belastingrente wordt berekend. Als je de aangifte binnen drie maanden na het betreffende boekjaar indient en deze conform de aangifte is, hoef je ook nooit belastingrente te betalen.

Ontvangen van belastingrente 

Zoals jij rente verschuldigd kunt zijn aan de Belastingdienst, zo kan het andersom ook zijn dat de Belastingdienst belastingrente aan jou moet betalen. De Belastingdienst vergoedt alleen belastingrente als de aanslag door hen wordt opgelegd na 1 juli van het daaropvolgende belastingjaar en de Belastingdienst er te lang over doet om de aanslag op te leggen. Bovendien moet de aanslag in overeenstemming zijn met de ingediende aangifte en moet er gebruik zijn gemaakt van een digitaal daartoe bestemd formulier.
Hiervoor gelden dezelfde termijnen als hierboven. De Belastingdienst legt een aanslag te laat op als zij 13 weken na indiening van de aangifte nog geen voorlopige of definitieve aangifte heeft opgelegd. Als de belastingplichtige heeft verzocht om het opleggen van een aangifte, dan heeft de Belastingdienst nog 8 weken na het verzoek om de aanslag op te leggen. De rentevergoeding begint dan na acht weken na ontvangst van het verzoek of dertien weken na ontvangst van de aangifte en eindigt zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet.
 

Voorbeelden
Een aangifte wordt op 15 maart 2020 ingediend, betreffende het jaar 2019. De Belastingdienst legt op 28 juni 2020 een aanslag op voor de aangifte. In principe heeft de Belastingdienst er langer dan 13 weken over gedaan om de aanslag op te leggen. Maar omdat de aanslag wordt opgelegd voor 1 juli 2020, wordt er geen belastingrente gerekend.

Stel de aangifte wordt niet opgelegd op 28 juni 2020, maar op 28 juli 2020. Dan is de aangifte op tijd ingediend, maar de aanslag evenwel te laat opgelegd. Dertien weken na 15 maart 2020 is 16 juni 2020, dus de aangifte is 1 maand en 12 dagen te laat opgelegd (42 dagen). De belastingrente wordt echter pas vanaf 1 juli 2019 berekend, dus betaal je over 28 dagen belastingrente.

Beperk of voorkom het betalen van belastingrente 

Uit bovenstaande voorbeelden blijkt –kortom- dat het verstandig is om de te betalen belasting zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de uiteindelijk verschuldigde belasting. Op die manier kun je het oplopen van de belastingrente zo veel mogelijk beperken, of het betalen van de rente voorkomen. Een ander voordeel van het aanvragen of wijzigen van je voorlopige aanslag is dat je het bedrag niet in één keer hoeft te betalen. Het te betalen bedrag wordt tot het einde van het lopende boekjaar in termijnen afgeschreven. 

Meer weten?

Lees hier verder over belastingrente  op de website van de Belastingdienst, of check hier de meest actuele rentepercentages. In dit artikel van Lexlupa wordt dieper  ingegaan op invorderingsrente. 

Lexlupa staat voor een multidisciplinaire inzet van fiscale, juridische en economische expertise. Wij leveren advies en begeleiding aan bedrijven, instellingen en particulieren bij  'life events'; bij belangrijke gebeurtenissen op zakelijk of persoonlijk gebied helpt  Lexlupa  om goed geïnformeerde keuzes te maken en zaken op de juiste manier te regelen.