Levensloopregeling

Deze regeling is afgeschaft

Let op! Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling vervallen. Je kunt niet langer sparen vanuit de levensloopregeling. De overgangsregeling geldt tot 2022.

Wat is de levensloopregeling?

De levensloopregeling is een regeling die werknemers in staat stelt om een deel van hun brutosalaris te sparen om in de toekomst een periode onbetaald verlof te financieren. De levensloopregeling kan worden gebruikt voor de volgende vormen van verlof:

- Langdurend zorgverlof;

- Sabbatical;

- Ouderschapsverlof;

- Educatief verlof;

- Overig onbetaald verlof;

- Verlof voorafgaand aan pensioen.

Voordat de werknemer verlof op wilt nemen, moet de werkgever daar eerst toestemming voor geven. Dit geldt niet voor een vorm van verlof waar een werknemer volgens de wet recht op heeft, zoals langdurig zorgverlof en ouderschapsverlof.

Hoe werkt de levensloopregeling?

Van het brutoloon van de werknemer wordt een bepaald bedrag ingehouden. Dit bedrag wordt door de werkgever gestort als premie op een levenslooprekening, bij een beleggingsinstelling of door een door de werknemer gekozen speciale spaarrekening. Bovenwettelijke vakantiedagen, overwerkuren of adv-dagen kunnen ook op de levenslooprekening gestort worden. Als werkgever is het ingehouden bedrag dat wordt betaald aan de levensloopregeling niet aftrekbaar voor de werknemersverzekeringen, maar wel voor de loonbelasting/volksverzekeringen en de zorgverzekeringswet (Zvw).

Hoeveel kan een werknemer sparen?

Een werknemer mag maximaal 12% van het brutoloon dat in dat jaar wordt verdiend sparen. Als een werknemer niet het hele jaar in dienst is geweest, mag het worden herleid naar een jaarloon en daar mag 12% van genomen worden. In zijn geheel mag een werknemer niet meer dan 210% van het bruto jaarsalaris sparen. Door behaalde rendementen kan het levensloopsaldo wel groter worden dan 210%. Als een werknemer, vooruitlopend op zijn pensioen, in deeltijd gaat werken of een lager gekwalificeerde functie accepteert, mag bij de bepaling van de maxima uitgegaan blijven worden van zijn eerdere hogere loon. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Welke voorwaarden bestaan er voor de levensloopregeling?

Als werkgever bent je verplicht om werknemers mee te laten doen aan de levensloopregeling als zij daarom vragen. Per jaar kan een werknemer kiezen of hij meedoet met de levensloopregeling óf met de spaarloonregeling. Het is voor een werknemer niet mogelijk om in één jaar aan beide regelingen mee te doen. Ook dient de levensloopregeling tussen werknemer en werkgever schriftelijk vast te staan.

Daarin dient ten minste het volgende opgenomen te zijn:

- Het doel van de regeling, namelijk het treffen van een voorziening die uitsluitend bedoeld is voor het opnemen van een periode van extra verlof;

- De naam van de instelling waarbij de voorziening wordt opgebouwd;

- Een bepaling waaruit blijkt dat de werknemer al dan niet eerdere werkgeversaanspraken heeft opgebouwd op basis van een levensloopregeling;

- Een bepaling dat de werknemer schriftelijk verklaart dat in het jaar waarin een voorziening wordt opgebouwd voor de spaarloonregeling , geen voorziening voor de levensloopregeling wordt opgebouwd;

- Een bepaling dat aanspraken op grond van de levensloopregeling niet kunnen worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven;

- De regeling mag wel voorzien in de mogelijkheid om de aanspraken af te kopen bij beëindiging van de dienstbetrekking of bij een levensloopverzekering waarbij de afkoop plaatsvindt in het kader van de levensloopregeling. (Bron: Belastingdienst)

Kan ik als werkgever meebetalen aan de levensloopregeling?

Werkgevers hebben de mogelijkheid om een financiële bijdrage te leveren aan de levensloopregeling van hun werknemers. Dit is echter niet verplicht. Geen voorwaarden mogen worden gesteld aan het moment van opname van verlof en de werkgeversbijdrage dient ook betaald te worden aan werknemers die niet meedoen aan de levensloopregeling.

Verlof opnemen

Als een werknemer verlof opneemt, kan hij zijn levenslooprekening aanspreken. De werknemer mag zijn loon aanvullen tot maximaal 100% van het laatst verdiende loon direct voorafgaand aan de verlofsperiode. Indien de werknemer met pensioen gaat en het saldo van de levensloopregeling nog niet is uitbetaald, wordt het aangemerkt en belast als loon uit vroegere dienstbetrekking en uitgekeerd aan de werknemer. Het saldo van de levensloopregeling kan ook worden omgezet in pensioen, zolang de volledige pensioenregeling maar blijft voldoen aan de wettelijke pensioenvoorwaarden.

Levensloopverlofkorting

Voor meer informatie over de levensloopverlofkorting, klik hier