Is de boete voor het niet op tijd indienen van btw-aangifte terecht?

Artikel 67d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) bepaalt dat er een boete mag worden opgelegd als je de aangifte niet of onjuist hebt gedaan. Deze boete mag alleen worden opgelegd als je bent uitgenodigd tot het doen van aangifte. Geen uitnodiging tot het doen van aangifte, betekent dus geen boete. Maar wat wordt nu als een uitnodiging tot het doen van een aangifte aangemerkt? Ondernemers ontvangen tegenwoordig een overzicht van alle aangiftetijdvlakken en de bijbehorende uiterste aangifte- en betaaldatums en betalingskenmerken voor 2014 die de btw-ondernemers in het begin van het jaar hebben ontvangen. Is dat gelijk te stellen aan een uitnodiging zoals omschreven in de wet- en regelgeving?

De uitnodiging tot het doen van aangifte in de AWR
Naast artikel 8 AWR, waarin staat dat ieder die is uitgenodigd tot het doen van aangifte is gehouden aangifte te doen, is artikel 6 AWR een belangrijk artikel. Dit artikel verleent de inspecteur de mogelijkheid tot het uitnodigen tot het doen van aangifte. In 1995 is de zinsnede ‘uitreiking van een aangiftebiljet’ in artikel 6 AWR vervangen door ‘uitnodigen tot het doen van aangifte’. De wijziging was het gevolg van de digitalisering van de samenleving. In de MvT bij de wijziging werd hierover het volgende gezegd: In de thans geldende tekst van artikel 6 kan dat (de uitnodiging) enkel geschieden door het uitreiken van een aangiftebiljet. De gewijzigde tekst geeft de mogelijkheid dat het uitnodigen ook op andere wijzen kan geschieden. Daarbij wordt gedacht aan het langs elektronische weg toezenden van een elektronisch aangiftebiljet of het toezenden van een diskette. Er wordt in dit verband ook gedacht aan een nog verdergaande vereenvoudiging, namelijk dat in bepaalde situaties helemaal geen aangifte biljet meer behoeft te worden uitgereikt. Dat houdt verband met de omstandigheid dat ingeval degene die vergunning heeft elektronisch aangifte te doen, reeds in het bezit is van het (elektronische) model van het aangiftebiljet, het weinig zinvol is een aangiftebiljet uit te reiken. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij de aangiften loon- en omzetbelasting.

De uitnodiging tot het doen van aangifte in de Uitvoeringsregeling AWR
In artikel 4 van de Uitvoeringsregeling AWR is de uitnodiging tot het doen van aangifte verder uitgewerkt. In dat artikel staat dat het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In 2004 is het eerste lid van dit artikel gewijzigd. In de toelichting staat het volgende: de uitnodiging tot het doen van aangifte – de aangiftebrief – is een materieel begrip. In voorkomend geval kan dit het aangifteformulier zelf zijn. In de gevallen waarin het aangifte biljet en de aangiftebrief niet overeenstemmen – en dit zal bij het doen van aangifte langs elektronische weg veelal het geval zijn – wordt voldaan aan de voorwaarde dat de aangiftebrief de omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden moet bevatten door het opnemen in de aangiftebrief van een verwijzing naar de vindplaats van de gevraagde gegevens of bescheiden. Daarnaast bepaalt het tweede lid van artikel 4 van de Uitvoeringsregeling dat, indien de aangifte ingevolge artikel 20 langs elektronische weg wordt gedaan, de aangiftebrief tevens langs elektronische weg verzonden kan worden.

Wat is nu een uitnodiging tot aangifte?
Doordat er tegenwoordig een elektronisch model van het aangiftebiljet op de computer van de ondernemer staat, ontvangen de ondernemers geen aangifteformulier meer. Dat aangifteformulier diende als uitnodiging tot het doen van aangifte. Toch is het aangifteformulier niet het enige bescheiden wat wordt aangemerkt als een uitnodiging. Ook een elektronisch aangiftebiljet, of het reeds in het bezit zijn van een elektronisch model van het aangiftebiljet vallen daaronder. Bij de afwezigheid van een bescheiden verlangt de Uitvoeringsregeling echter wel dat de ondernemer wordt geïnformeerd over de gevraagde gegevens of bescheiden. Dit kan middels een verwijzing naar de vindplaats van de gevraagde gegevens of bescheiden in een aangiftebrief. Gelet op het tweede lid van artikel 4 van de Uitvoeringsregeling, hoeft deze informatieverschaffing niet meer per brief te gebeuren, maar mag dat ook via elektronische wijze.

Is de berichtgeving van de Belastingdienst voldoende?
De Belastingdienst biedt naar ons idee deze mogelijkheid, waardoor kan worden gesteld dat er sprake is van een uitnodiging tot het doen van aangifte. De ondernemer wordt jaarlijks met een brief geïnformeerd dat hij is uitgenodigd tot het doen van aangifte. In de brief wordt aangegeven wat van de ondernemer wordt verlangd: wanneer en welke bescheiden dienen te worden ingeleverd en met behulp waarvan. Daarnaast biedt de Belastingdienst een service waarbij de ondernemer per e-mail een herinnering krijgt dat hij aangifte dient te doen. De stelling, dat er geen boete hoeft te worden betaald aangezien de ondernemers niet meer worden uitgenodigd om aangifte te doen, gaat volgens ons dan ook niet op. Na inwerkingtreding van de wet- en regelgeving heeft men getracht de regels aan te passen en uit te leggen aan de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van digitalisering. Uit de toelichtingen kan ons inziens worden afgeleid dat het in ieder geval belangrijk is dat de ondernemer wordt geïnformeerd dat, hoe en wanneer hij aangifte dient te doen.